Soorten Faalangst.
We onderscheiden drie soorten faalangst. Ten eerste is er faalangst voor cognitieve taken. Dan gaat het om proefwerken, het maken van een scriptie, of ander huiswerk.
Daarnaast onderscheiden we faalangst voor sociale taken. Durf ik in het openbaar iets te zeggen bij bijvoorbeeld een bruiloft, begrafenis en wat vooral op school vaak voor komt, durf ik een spreekbeurt te houden voor de klas.
Tenslotte kennen we ook faalangst voor motorische taken. Iets presteren met je lijf, zoals een belangrijken wedstrijd voetballen of bij het maken van schilderij.
Uiteraard komt het vaak voor dat mensen last hebben van een combinatie van deze drie soorten. Bij een spreekbeurt kun je natuurlijk te maken hebben met zowel cognitieve als met sociale faalangst.
Daarna kunnen we ook nog de passieve en de actieve faalangst onderscheiden. Bij actieve faalangst werkt iemand zich juist te pletter om toch maar alles onder controle te krijgen. Soms loopt dat goed af, vaker slecht. Bij passieve faalangst is iemand juist gestopt met al die inspanningen en ontloopt juist de evaluatie van de ‘taak’. Ze vergeten proefwerken, of worden vlak voor de toets ziek. Ook kunnen ze maar niet beginnen met het studeren van het proefwerk of toets. Ten onrechte wordt dit vaak een motivatieprobleem genoemd
