Angst in de klas!
“Bas heeft morgen een belangrijke toets voor Economie. Hij zit de hele avond te leren, maar kan zich slecht concentreren op de lesstof. ‘Ik leer het nooit,’, denkt hij en valt ’s avonds veel later dan normaal in slaap. De volgende ochtend kan hij aan niks anders denken dan de toets. Hij ontbijt niet. Als zijn moeder vraagt of er iets is, zegt hij dat hij zich misselijk voelt en hoofdpijn heeft. Het liefst zou hij niet naar school gaan, maar hij moet. Bas kan alleen maar aan mislukken denken.”
Eén op tien leerlingen lijdt aan een ernstige vorm van faalangst. Ze halen slechte cijfers omdat ze bang zijn. Bang om te mislukken, bang om niet aan de verwachtingen te voldoen die ouders, leerkrachten of zijzelf vooropstellen. Ze hebben hoofdpijn, maagkrampen of hartkloppingen. Ze hyperventileren of zijn overgevoelig.
Iedereen is bang om bij een belangrijke taak te falen. Bij de ene leerling is het juist een stimulans om beter te presteren en bij de andere leerling, werkt het juist verlammend.
Mogelijke signalen van een faalangstige in de klas
· Hij piekert veel, denkt negatief over zichzelf, heeft een gevoel van minderwaardigheid, is bezig met al wat kan mislopen.
· Lichamelijke signalen: hij heeft vaak hoofdpijn, maag- en buikpijn of is misselijk, hij zweet en trilt of heeft last van hyperventilatie; soms ook uit zich de faalangst in overbeweeglijkheid.
· Gedrag: faalangstigen zijn vaak verlegen, gesloten, doen zelden mee aan een klasgesprek; soms ook hangen ze de clown uit en kunnen ze niet stilzitten. Vraagt ook vaak om goedkeuring en bevestiging.
Faalangstigen schatten zichzelf negatief in en gaan op zoek naar wat er fout gaat of ging. Ze geloven steeds meer van zichzelf dat ze dom of lui zijn, omdat ze dat ook van anderen horen. Ze gaan geen uitdagingen aan, omdat ze denken ‘het toch niet te kunnen’. Hierdoor kan faalangst schoolmoeheid betekenen en dat moet voorkomen worden. Vooral in deze maatschappij, die vraagt om succesvolle leerlingen.